Soms wil de huisarts of gynaecoloog ook de binnenkant van jouw vagina bekijken. Hij of zij zal dan een inwendig onderzoek uitvoeren. Zo’n onderzoek kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn bij een vaginale infectie, onderzoek naar heftig menstrueel bloedverlies, of bij het plaatsen van een spiraaltje of een pessarium. Veel meisjes en vrouwen zien tegen zo’n onderzoek op. Zeker als het de eerste keer is. Dat is natuurlijk niet zo vreemd, want dan zit je daar in een keer open en bloot.
Angst voor een inwendig onderzoek
Jammer, genoeg kan ik je nu niet vertellen, dat het helemaal niet erg is. Leuk is het nooit. Maar het is misschien wel minder erg dan je zou denken. Op deze pagina wil ik je enkele tips geven en uitleggen wat zo’n onderzoek inhoud. Als je van te voren een beter weet wat je te wachten staat, wordt het misschien een beetje minder eng. Angst voor een inwendig onderzoek is nooit een reden om niet naar de huisarts te gaan, als daar aanleiding voor zou zijn. Een zelfonderzoek van je vulva kan je ook helpen met de voorbereiding.
Inwendig onderzoek heel normaal
Vast even in het kort. Voor de arts of gynaecoloog is zo’n onderzoek eigenlijk een routineklus. Wees dus niet bang de arts zal niet oordelen en heeft alles al wel een keer gezien. Het onderzoek duurt niet lang. Het onderzoek doet geen pijn, maar voelt zeker ook niet prettig.
Soms is het onderzoek van de huisarts te beperkt en wordt je doorverwezen naar een gynaecoloog. Ook de gynaecoloog kan een inwendig onderzoek uitvoeren.
Tips voor inwendig onderzoek
Het begint natuurlijk met het maken van een afspraak. Als je wilt dat een vrouw het onderzoek doet, kun je dat bij het maken van de afspraak al aangeven.
Onderzoek tijdens je menstruatie
Maak de afspraak bij voorkeur op een dag dat je niet menstrueert (ongesteld bent). Een inwendig onderzoek is ook tijdens de menstruatie mogelijk. Wel kan het dan soms wat langer duren of lastiger verlopen omdat het moeilijker zichtbaar is. Vertel de arts van te voren even dat je menstrueert.
Een uitstrijkje kan niet gemaakt worden als je ongesteld bent.
Een spiraaltje wordt meestal juist tijdens of vlak na de menstruatie ingebracht. De baarmoedermond is dan iets geopend, wat het plaatsen makkelijker maakt. Ook weet je dan zeker dat je niet zwanger bent.
Vragen over je gezondheid
Naast vragen over jouw algemene gezondheid zal de arts je ook vragen stellen of je menstruatie en afscheiding. Je kunt die vragen eventueel vast voorbereiden.
Bij de menstruatie wil de arts graag weten hoe vaak en hoeveel je menstrueert. Ook is het verloop van je cyclus is van belang. Heb je bijvoorbeeld last van onregelmatig bloedverlies of spotting?
Wat betreft de vaginale afscheiding zal de arts willen weten of deze afwijkt qua hoeveelheid, kleur of geur. En hoe vaak je dat eventueel hebt.
Vul dit eventueel aan met een lijstje van jouw specifieke klachten.
Probeer te ontspannen
Hoe beter jij jouw onderlichaam kunt ontspannen, hoe minder je het onderzoek zult voelen. Je ontspant jouw onderlichaam via de bekkenbodemspieren. Lees hier vast wat over en oefen eens een keertje.
In het geval je eigenlijk zelf niet goed weet hoe jouw vulva eruit ziet, kunt je deze eerst eens zelf bekijken. Je kunt daarbij een spiegel gebruiken. Goede kennis van jouw vulva en lichaam helpt je beter begrijpen wat er tijdens het onderzoek gebeurd.
Vertel wat je eng vindt
Tijdens het onderzoek zelf kun je de arts op elk moment vragen te even te stoppen. Vervolgens kun je uitleggen waarom je hebt gevraagd te stoppen. De arts kan dan uitleggen wat er gebeurd.
Als het jouw eerste inwendige onderzoek is kun je dat aan de arts vertellen. De arts kan daar dan ook rekening mee houden. Vertel ook gerust dat je het eng of onprettig vind.
Zorg voor een lege blaas
Ga vlak voor het onderzoek altijd eerst nog even plassen. Een lege blaas maakt het onderzoek een stuk comfortabeler.
Ontbloot onderlichaam
Tijdens het onderzoek moet je al jouw onderkleding uittrekken. Als je wilt kun je daar alvast rekening mee houden.
Het inwendige onderzoek zelf
Het onderzoek begint altijd met een gesprek. Hierin worden jouw klachten besproken. Ook zal de arts vragen stellen over jouw menstruatie, afscheidingen en algehele gezondheid. Tijdens dit gesprek kun je zelf eventueel ook aangeven dat je het onderzoek eng vind. Of dat het de eerst keer is dat je een vaginaal onderzoek krijgt.
Na het gesprek zal de arts je vragen je onderkleding uit te trekken en op de behandeltafel plaats te nemen. Tijdens het onderzoek heb je jouw benen opgetrokken. De meeste behandeltafels hebben speciale been steunen.
Toucheren
De arts start met het voelen van jouw buik. Vervolgens zal de arts toucheren. Toucheren is inwendig onderzoeken door te voelen met de vingers. De arts heeft plastic handschoenen aan. Op de handschoenen brengt de arts glijmiddel aan. De arts zal beginnen met het inbrengen van in vinger in jouw vagina. Later volgt mogelijk nog een tweede vinger. Met de ander hand voelt de arts je buik. Op deze manier kan de arts de eileiders, eierstokken en baarmoeder onderzoeken.
Onderzoek met de eendenbek
Vaak wil de arts ook nog in de vagina kijken. Dit gebeurd om baarmoedermond en de vaginawand te bekijken. Hiervoor gebruikt de arts een speculum. Het speculum wordt ook vaak eendenbek genoemd.
De eendenbek wordt bijvoorbeeld onder de lauwwarme kraan eerst op temperatuur gebracht. De arts kan de temperatuur controleren door de eendenbek eerst even tegen je dij te houden. Meestal wordt op de eendenbek ook glijmiddel aangebracht.
Soms kan de arts je via een spiegel laten mee kijken. Vraag hier eventueel om.
Het maken van een uitstrijkje
Als er een uitstrijkje wordt gemaakt of als er andere cellen moeten worden afgenomen, wordt er meestal geen glijmiddel gebruikt. De arts brengt de eendenbek in jouw vagina. Soms vraagt de arts of je tijdens het inbrengen even (licht) wil persen. Persen doe je alsof je hard wilt plassen. Door het persen ontspan je de bekkenbodemspieren. Ook vergroot het persen de uitwendige vaginale opening.
Onderzoek van de vaginawand en de baarmoedermond
Als de eendenbek is ingebracht zal de arts het een kwartslag draaien. Nu kan de arts de eendenbek openen. De arts kan nu de vaginawand en de baarmoedermond zien. Soms neemt de arts via het eendenbekken ook wat cellen af voor verder onderzoek. Datzelfde gebeurt als er een uitstrijkje wordt gemaakt.
Onderzoek met een speculum voelt niet prettig. Het komt echter bijna nooit voor dat het ook pijn doet. Ook een nauwe vagina kan met een speculum onderzocht worden, de arts heeft specula in verschillende maten.
Vaginaal toucher tijdens de zwangerschap
Toucheren betekent inwendig onderzoek met de vingers.
Vroeger werd vaak bij twaalf weken zwangerschap standaard getoucheerd om te bepalen hoe groot de baarmoeder was. Dit gebeurt nu vaak met behulp van een echo.
Maar ook nu kan de verloskundige toch nog weleens willen toucheren, ook als je nog niet aan het bevallen bent. Dit gebeurd als inwendig onderzoek twijfel oplevert. Via een vaginaal toucher, kan de verloskundige met haar vingers bijvoorbeeld voelen hoe je kind ligt of er afwijkingen aan het bekken zijn en of er eventueel al ontsluiting is.
Toucheren voor of tijdens de bevalling
Voor de bevalling kan de verloskundigen via het toucheren vaststellen hoever de ontsluiting is. Vaak gebeurd dit op aangeven van de moeder. De moeder wil dan weten hoever ze al is. Laat weten als je moeite hebt met het toucheren. De verloskundige kan daar dan rekeningen mee houden. Ook tijdens het toucheren zelf kun je de verloskundige altijd vragen even te stoppen.
Probeer te ontspannen
Tijdens het toucheren lig jij in je blote billen op bed. Je moet je benen optrekken. Probeer zoveel mogelijk te ontspannen. Soms helpt het om licht te persen als de vingers in jouw vagina worden gebracht. De verloskundige draagt tijdens het toucheren handschoen. Meestal wordt glijmiddel op de handschoenen aangebracht.