Het vrouwelijke geslachtsorgaan of voortplantingssysteem bestaat uit meerder organen. Om te beginnen 2 eierstokken (ovaria), 2 eileiders (tuba uterina) en een baarmoeder (uterus). De baarmoeder is via baarmoederhals (cervix) verbonden met de schede (vagina).
Ten slotte ligt de vagina vervolgens weer in de vulva.
De vrouwelijke geslachtscellen
Tijdens de eisprong (ovulatie) komt een eicel vrij. Deze eicel komt uit een eierstok vrij. Zo’n eicel noemen we ook wel een oöcyt. Als de eicel bevrucht wordt door een zaadcel kan een zwangerschap ontstaan. Daarentegen sterft zonder bevruchting de eicel af. Uiteindelijk zal na het afsterven van de eicel een menstruatiebloeding optreden.
De menstruatiecyclus
De menstruatiecyclus wordt gestuurd door hormonen. In dit geval gaat het om zowel geslachtshormonen als zwangerschapshormonen.
Menselijke voortplanting
Menselijke voortplanting noemen we meestal gewoon neuken. Dus menselijke voortplanting vindt plaats door interne bevruchting tijdens het neuken. Tijdens het neuken wordt de stijve penis van de man ingebracht in de vagina van de vrouw. Dit gaat door totdat de man ejaculeert (klaarkomt). Door de zaadlozing wordt het sperma in de vagina gespoten. De zaadlozing wordt ook een ejaculatie genoemd. Vervolgens zoekt het sperma een weg naar de baarmoeder of eileider. Deze weg loopt via de vagina en baarmoederhals. Uiteindelijk kan een zaadcel daar een eicel bevruchten.
Succesvolle bevruchting en zwangerschap
Bij een succesvolle bevruchting en nestelt het embryo in het baarmoederslijmvlies. Daarna begint de groei van de foetus in de baarmoeder. De zwangerschapshormonen zorgen ervoor dat de zwangerschap in stand gehouden wordt. Dit duurt ongeveer 9 maanden of 42 weken. Deze tijd wordt de zwangerschap genoemd. Uiteindelijk eindigt de zwangerschap met de bevalling.