Baarmoeder

De baarmoeder, ook wel uterus, is het vrouwelijke orgaan voor de voortplanting. De baarmoeder heeft ongeveer de vorm en grootte van een peer. De buitenste wand van de baarmoeder bestaat uit spierweefsel (myometrium). Terwijl de binnenkant van de baarmoederholte is bekleed met het endometrium.

De belangrijkste functie van de baarmoeder is om een bevrucht embryo te laten innestelen. Het embryo groeit in de baarmoeder uit tot foetus en blijft er tot de geboorte van de baby.

Anatomie van de baarmoeder

De menselijke baarmoeder bestaat uit twee onderdelen:

  • het lichaam van de baarmoeder (corpus uteri): het grootste deel van de baarmoeder, hierin vindt innesteling van het embryo plaats. Hieraan zitten de eileiders vast.
  • de baarmoederhals (cervix uteri, of ook wel verkort tot cervix) met de in de vagina zichtbare en voelbare baarmoedermond (de portio): dit is de verbinding met de vagina.

De portio is bekleed met plaveiselepitheel, het endocervicale kanaal met slijmproducerend cilinderepitheel. Je kunt je baarmoedermond ook zelf voelen en bekijken d.m.v. zelfonderzoek.

De baarmoeder tijdens een orgasme

Tijdens seksuele opwinding richt de baarmoeder van een vrouw zich op. Zij wordt naar boven getrokken waardoor ook de vagina wat langer wordt en penetratie mogelijk wordt gemaakt.

Als een vrouw een orgasme beleeft trekken de bekkenbodemspieren zich samen. Door deze bekkenbodemspieren te trainen, met simpele oefeningen, kun je makkelijker klaarkomen en betere en langere orgasmes ervaren.

Ook de baarmoederspier trekt zich samen tijdens het orgasme samen. Sommige vrouwen voelen dit niet of nauwelijks, anderen vinden het een heel prettig gevoel. Na het orgasme kan het wel 5 tot 10 minuten duren voordat de baarmoeder weer haar normale positie heeft ingenomen.