Sympto-thermale methode

Observaties van het lichaam van de vrouw geven een nauwkeurige indicatie van wanneer de eisprong plaatsvindt.

De lichaamstemperatuur van de vrouw gaat na de ovulatie door veranderingen in hormoonspiegels zo’n 0,2 tot 0,9°C omhoog. Deze verhoging duurt voort tot de volgende menstruatie. Door de temperatuur eerst een aantal maanden op te tekenen kan een nauwkeuriger idee gekregen worden over het moment van ovulatie. Er zijn speciale thermometers in de handel die, met hulp van een klein computertje, zelf bepalen of een dag veilig of onveilig is. Een periodieke onthouding die alleen gebruikmaakt van het observeren van de lichaamstemperatuur staat bekend als de temperatuurmethode.

Het baarmoederslijm verandert gedurende de cyclus van textuur. Vlak voor de ovulatie is het glad, helder (doorzichtig) en heel erg rekbaar, op andere dagen meer vast, wit en kleverig. Ook dit kan worden gebruikt om het ovulatietijdstip vast te stellen. De Billings-methode (ontwikkeld door
het Australische artsenechtpaar John en Evelyn Billings) maakt alleen gebruik van de slijmobservatie.

Daarnaast opent de baarmoedermond zich gedurende de vruchtbare periode, de stand van de baarmoedermond verandert ook en hij wordt bovendien zeer soepel. Dit is een extra controlemiddel om het tijdstip van de ovulatie vast te stellen.

In de sympto-thermale methode worden deze drie waarnemingen gecombineerd. Dit geeft een helder en zeer betrouwbaar beeld van het tijdstip van de ovulatie.

Sommige vrouwen kunnen ook door andere observaties aan hun lichaam, zoals de middenpijn, het moment van ovulatie bepalen, en daarmee de periodieke onthouding verbeteren.

PERSONA meet de wisseling in de hormoonspiegel van de vrouw in de ochtendurine. Hierbij wordt de aanwezigheid van twee hormonen de hormonen die je maandelijkse cyclus regelen geregistreerd.